Je ziet ze als stads­be­wo­ner vaker in films dan in de natuur: uilen. Toch leven er veel ver­schil­len­de uilen­soor­ten in Neder­land, som­mi­ge zelfs in Haar­lem en omge­ving. Wij delen graag vijf wetens­waar­dig­he­den over deze vogel met je.

1.Deze uilen­soor­ten komen voor in Nederland

Er leven zes soor­ten uilen in Neder­land, de een komt vaker voor dan de ander. We zet­ten ze op een rij:

  • Bos­uil. Dit is de mees­te voor­ko­men­de uilen­soort in Euro­pa en Neder­land. De vogel broedt graag in de hol­te van een boom, in bos­sen en stads­par­ken. De bos­uil is onge­veer zo groot als een kraai en heeft veren in het grijs, don­ker­bruin en roe­st­rood. Lees meer over de bos­uil op de Vogelbeschermingwebsite.
  • Kerk­uil. De kerk­uil woont graag in, inder­daad, kerk­to­rens maar ook in schu­ren. Je her­kent de uil aan zijn wit­te, hart­vor­mi­ge gezicht. De kerk­uil uit zich door spook­ach­tig­te krij­sen en te bla­zen. Nooit gezien? Check in de len­te de web­cam van de Vogel­be­scher­ming en kijk mee.
  • Steen­uil. Deze klei­ne uil is maar zo groot als een merel, heeft fel­ge­le ogen waar lich­te wenk­brau­wen boven lij­ken te zit­ten. De uil broedt vaak op boe­ren­er­ven, daar vindt de vogel lek­ker hap­jes zoals klei­ne vogels, veld­mui­zen en insec­ten. Ook het wel en wee van deze uil is via de web­cam te vol­gen. Leuk!
  • Oehoe. De oehoe is een van de groot­ste uilen­soor­ten ter wereld, sinds 1997 broedt deze vogel weer in Neder­land. Het vrouw­tje is gemid­deld 67 cen­ti­me­ter lang en dat is zes cen­ti­me­ter lan­ger dan het man­ne­tje. Deze uilen zijn niet voor de poes en kun­nen zelfs een vos ver­or­be­ren. Mee­kij­ken op vei­li­ge afstand?
  • Rans­uil. De rans­uil is iets klei­ner dan de bos­uil en heeft een camou­fle­rend veren­dek, waar­door hij niet zo snel opvalt in een boom. Je her­kent hem aan de lan­ge, vaak omhoog­ge­rich­te oor­plui­men en de oran­je­ge­le ogen. Mede door inten­sie­ve land­bouw gaat het aan­tal rans­ui­len al jaren dras­tisch ach­ter­uit. Lees meer over de rans­uil op de site van de Vogel­be­scher­ming.
  • Veld­uil. Deze uil lijkt op de rans­uil, maar heeft kor­te­re oor­pluim­pjes en gele ogen. De veld­uil is ern­stig bedreigd, als je er al een ziet is dat waar­schijn­lijk op de Wad­den­ei­lan­den en in Noord-Gro­nin­gen. Deze vogel leeft ook over­dag en dat dat het liefst in veen­ge­bie­den en duin­land­schap­pen. Meer weten over de velduil?

2.Altijd nacht­dienst
Uilen zijn nacht­die­ren. Over­dag sla­pen ze, ‘s nachts komen ze in actie (behal­ve veld­ui­len, die zijn over­dag ook actief). Door­dat ze met heel wei­nig licht al heel goed kun­nen zien, kun­nen in het don­ker hun prooi pri­ma spotten.

3.Braakballen na flin­ke maaltijd
Uilen zijn ech­te car­ni­vo­ren en ver­slin­den hun prooi in één keer. De bot­jes en haren die de uil niet goed kan ver­te­ren, spuugt hij weer uit in een braak­bal. Hier­aan kun je zien wat een uil heeft gege­ten. Wat op het menu staat ligt aan het soort uil, maar vaak zijn het mui­zen, vogels, kik­kers, pad­den en insec­ten. Heb jij een ster­ke maag? De zoog­die­ren­ver­e­ni­ging zoekt nog vrij­wil­li­ge ‘plui­zers’ om braak­bal­len uit te plui­zen.

4.Uilen in en rond­om Haarlem
Omdat veel uilen­soor­ten nog maar wei­nig voor­ko­men, is het aan­tal uilen in en rond Haar­lem beperkt. De afge­lo­pen jaren wer­den er bos­ui­len gespot in het Kenau­park, in Els­wout en in de Haar­lem­mer­hout. Rans­ui­len zijn te vin­den in de Kennemerduinen.

5.Wat jij kunt doen
Uilen zijn mooi en bij­zon­der, maar ze hou­den van hun rust. Ver­stoor ze dus niet. Wan­del niet bui­ten de gebaan­de paden in de dui­nen en in het bos en lijn je hond aan. Spot je een uil, blijf dan op afstand, wees stil en blijf niet te lang.

Mis jij nog uilen­wee­tjes? Laat het ons weten op Inst­agram!