In de nacht van zaterdag 27 maart op zondag 28 maart ging de zomertijd in. We zetten de klok dan een uur vooruit. Maar waarom doen we dat en wat is het effect op dieren? Natuur in je stad dook in het onderwerp.
Waarom zomertijd?
Zomertijd is een uitvinding van de mens. De standaardtijd is namelijk wintertijd. Pas in de Eerste Wereldoorlog werd de zomertijd ingevoerd in Nederland, tot 1943. In 1977 maakte de zomertijd vervolgens een comeback. Door de oliecrisis (de olie was onbetaalbaar) was er behoefte aan energiebesparing en meer daglicht ’s avonds betekent minder gebruik van energie. Althans, zo was de gedachte. Het fenomeen zomertijd bestaat inmiddels in ongeveer 70 landen, waarbij zomertijd zeven maanden duurt en wintertijd vijf.
Zomertijd niet onomstreden
Niet iedereen is fan van dit kunstmatige ingrijpen in het ritme van de natuur. Sommige mensen hebben last van de omschakeling en van een bijkomend ‘jetlag effect’. Maar hoe zit het met dieren? Die krijgen tenslotte de zomertijdmemo niet, terwijl hun bioritme zoveel bepaalt voor hun gedrag en tijdsindeling. Een uur langer licht voor mensen kan ook voor hen een groot verschil maken.
Zomertijdeffect op dieren
Huisdieren zoals honden en katten zijn helemaal ingesteld op het ritme van hun baasje, maar reageren ook daglicht. Ze weten wanneer ze voer krijgen en wanneer het tijd is voor een blokje om. Als dat opeens een uur verschilt, dan brengt dat ze in verwarring. Dat geldt trouwens ook voor grotere gewoontedieren zoals koeien. Die weten precies wanneer ze gemolken worden en raken dus vooral in de eerste week van de zomertijd in de war. Want waarom heeft de boer toch opeens een ander melkschema?
Dieren in het wild
Hebben huisdieren of boerderijdieren nog een baasje die de voeder- en melktijden wat naar zijn hand kan zetten, dieren in het wild houden lekker hun eigen ritme aan. En dat kan voor problemen zorgen. Zo worden er vlak na het ingaan van de zomertijd meer dieren doodgereden. Dit komt doordat het mensenspitsuur nu samenkomt met het moment dat de dieren erop uit trekken om voedsel te zoeken. Ook vogels raken in de war van al die actieve types tijdens hun foerageerperiode. Na zo’n tien dagen zijn ze hieraan weer gewend, althans dat denken wij mensen.
Wat kun jij doen?
Om het je huisdieren iets makkelijker te maken, kun je ze langzaam laten wennen aan de nieuwe voer- en uitlaattijden. Verschuif ze de eerste vier dagen bijvoorbeeld een kwartiertje per dag. Dieren in het wild help je door voorzichtig te rijden in groene gebieden en je ogen open te houden voor konijntjes met oversteekplannen in de berm. Vogels kun je jaarrond eten geven. We wensen jou veel plezier met de langere avonden of juist succes met de mini jet lag.
Geef een reactie