Het kan zomaar gebeu­ren tij­dens een wan­de­lin­ge­tje door de Haar­lem­mer­hout: een ont­moe­ting met een eek­hoorn. Nou ja, ont­moe­ting… waar­schijn­lijk zie je het dier op gro­te hoog­te van tak naar tak sprin­gen. Meer weten over dit knaag­dier? Lees dan voor­al verder.

Her­ken de eekhoorn
De pluim­staart, zwar­te kraal­oog­jes en lan­ge nagels: je her­kent de eek­hoorn met­een. Offi­ci­eel heet dit zoog­dier Sci­u­rus vul­ga­ris, maar hij staat voor­al bekend als gewo­ne- of rode eek­hoorn. Echt rood is het dier trou­wens niet, rood­bruin is een bete­re type­ring. Wil je de eek­hoorn in de Hout spot­ten, dan maak je voor­al ‘s mor­gens of laat in de mid­dag de mees­te kans. Goed kij­ken en zo stil moge­lijk zijn helpt.

Hoog in de boom
Eek­hoorns leven op zich­zelf, hoog in de bomen. Het liefst in een ouder bos, want daar is genoeg voed­sel en nest­ge­le­gen­heid voor­han­den. De Hout is dus per­fect! Hun nest bou­wen ze op mini­maal vijf meter hoog­te, dicht tegen een boom­stam. Een waar kunst­werk­je, zo groot als een voet­bal. Prach­tig afge­werkt met tak­jes, blaad­jes, mos, wol en gras. Naast het hoofd­nest heb­ben ze nog een twee­de (vlucht­nest) en zelfs der­de huis (slaap­nest). In de paar­tijd sla­pen man­ne­tje en vrouw­tjes vaak in een­zelf­de nest, maar na de geboor­te van jon­gen moet het man­ne­tje terug naar zijn eigen huis.

Eek­hoorns zijn niet vegan
Bij etende eek­hoorns denk je mis­schien aan eikels, noten en kegels van naald­bo­men. Toch eten ze ook bla­de­ren, knop­pen, bes­sen, schors, pad­den­stoe­len, rup­sen, vogel­ei­e­ren en jon­ge vogels. Het zijn geen vegans dus. Heel inge­ni­eus boven­dien van Moe­der Natuur: eek­hoorns ver­stop­pen noten en zaden in de grond, in boom­hol­tes of de oksel van een boom­stam. Maar aan­ge­zien ze niet alles terug­vin­den, dra­gen ze bij aan de ver­sprei­ding van boom­za­den in het bos.

Eek­hoorn in nood aangetroffen?
Eek­hoorns zijn een bescherm­de dier­soort. Je mag ze dus niet van­gen of doden. Ook is het ver­bo­den eek­hoorns te ver­ont­rus­ten of het nest te bescha­di­gen. Dist soort maat­re­ge­len is helaas nodig, want de afge­lo­pen tien jaar is de soort 34% ach­ter­uit­ge­gaan. Oor­za­ken? Door kli­maat­ver­an­de­ring ver­dwij­nen bomen, bloe­men en insec­ten die als eten die­nen voor deze knaag­die­ren. En daar­naast is er natuur­lijk het druk­ke ver­keer. Vind je een zie­ke eek­hoorn of een in de steek gela­ten jong, bel dan de Die­ren­am­bu­lan­ce of Zoog­die­ren­op­vang De Toe­vlucht in Amsterdam .

Leuk eek­hoornweet­je
Vol­gens de Zoog­dier­ver­e­ni­ging maken eek­hoorns maakt per situ­a­tie een ander geluid. Bij opwin­ding klinkt een scherp ‘tjuk-stuk-tjuk’, bij alarm ‘chroe-roe-roe’ en ter begroe­ting van een beken­de soort­ge­noot ‘moek-moek-moek’. Maar ook flui­ten­de tonen (jon­gen), kake­len, grom­men en jam­me­ren zijn te horen. Houd je oren dus gespitst!