Ston­den ze van ouds­her te shi­nen in oer­wou­den en op Spaan­se bou­le­vards, nu spot je palm­bo­men in Neder­land­se tui­nen. Hoe over­le­ven ze hier en doe je er goed aan een palm te plan­ten? Natuur in je Stad zocht het uit.

Palm­bo­men zijn er in zo’n 2.600 soor­ten en maten en komen van oor­sprong uit de (sub)tropen. In de slip­stream van de ont­dek­kings­rei­zi­gers zet­ten des­tijds ook bota­nis­ten voet aan vreem­de wal en ‘ont­dek­ten’ daar aller­lei nieu­we planten.

Van de jun­gle naar je living
Die plan­ten wer­den ver­vol­gens mee­ge­no­men naar Euro­pa, waar ze in kas­sen en ser­res van wel­ge­stel­den beland­den. Zo werd lang­zaam het feno­meen kamer­plant geïn­tro­du­ceerd. Want die tro­pi­sche plan­ten deden het bin­nen pri­ma, waar het bui­ten te fris voor ze was. Op deze manier ver­o­ver­den bij­voor­beeld de ken­ti­a­palm en de goud­palm gelei­de­lijk het Neder­land­se interieur.

Pal­men in je tuin
Inmid­dels vind je pal­men dus ook steeds vaker bui­ten. Ze over­le­ven in het Neder­land­se kli­maat omdat het hier war­mer wordt. Met zach­te win­ters en hete zomers voe­len waai­er­pal­men, dadel­pal­men en kool­pal­men zich hier pri­ma thuis. Ze geven boven­dien een tro­pisch tin­tje aan iede­re oer-Hol­land­se tuin. Som­mi­ge soor­ten zijn zelfs winterhard.

Lie­ver inheem­se plan­ten en bomen
Niks mis mee, denk je nu mis­schien. Dat is deels waar. Door het ver­an­de­ren­de kli­maat over­le­ven hier nu ande­re bomen- en plan­ten­soor­ten. Tege­lij­ker­tijd ster­ven er ook soor­ten uit, en dat levert pro­ble­men op voor de bio­di­ver­si­teit. Insec­ten heb­ben die plan­ten nodig name­lijk: ze zijn op elkaar afge­stemd. Lie­ver kies je in je tuin dus voor inheem­se plan­ten en bomen, ofte­wel bota­ni­sche scho­nen die hier van ouds­her leven en niet geïm­por­teerd zijn. Daar­mee bewijs je de natuur een gro­te dienst.

Voor­beel­den inheem­se planten
Met deze plan­ten in je tuin of op je bal­kon zit je hele­maal goed qua biodiversiteit:

  • Beemd­kroon (Knau­tia arvensis)
  • Beem­dooi­e­vaars­bek (Gera­ni­um pratense)
  • Duif­kruid (Sca­bio­sa columbaria)
  • Gewo­ne dop­hei (Eri­ca tetralix)
  • Haze­laar (Corylus avellana)
  • Knik­kend nagel­kruid (Geum rivale)
  • Knoop­kruid (Cen­tau­rea jacea)
  • Koninginnekruid/leverkruid (Eupa­to­ri­um cannabinum)
  • Mus­kus­kaas­jes­kruid (Mal­va moschata)
  • Zwar­te toorts (Ver­bas­cum nigrum)
  • Vel­des­doorn (Acer campestre)
  • Veld­sa­lie (Sal­via pratensis)
  • Vuilboom/ Spor­ke­hout (Rham­nus frangula)
  • Wil­de ake­lei (Aqui­le­gia vulgaris)
  • Wil­de kam­per­foe­lie (Loni­ce­ra periclymenum)
  • Wild kat­ten­kruid (Nepe­ta cataria)
  • Wil­de Lijs­ter­bes (Sor­bus aucuparia)
  • Wil­de mar­jo­lein (Ori­ga­num vulgare)
  • Win­ter­lin­de (Tilia Cordata)
Wil je meer weten over dit onder­werp of heb je aan­vul­lin­gen of vra­gen? Mail ons!