Insec­ten zoe­ken in de tuin

Wist je dat je tuin eigen­lijk een soort van die­ren­tuin is met mini-dier­tjes? Kin­de­ren zijn vaak erg geïn­te­res­seerd in al dit klei­ne leven in en rond­om jul­lie huis. Een leu­ke acti­vi­teit met kin­de­ren deze zomer: insec­ten zoe­ken. Wel­ke dier­tjes vind je zoal in de tuin of op het bal­kon? En hoe her­ken je ze? Hier lees je er alles over!

Insec­ten onderzoek

Zoals je al las in het arti­kel over het maken van je eigen insec­ten­ho­tel, zijn insec­ten hele nut­ti­ge dier­tjes. Ze wer­ken aan het onder­houd van je tuin, trek­ken vogels aan en ze zor­gen voor uit­zaai­in­gen van bloe­men en planten.
Daar­naast zijn deze mini-dier­tjes ook heel inte­res­sant om te bestu­ren: ze zien er alle­maal anders uit, heb­ben hun eigen karak­ter en unie­ke talen­ten. Kin­de­ren vin­den het vaak gewel­dig om met deze klei­ne beest­jes te spe­len en ze te onder­zoe­ken. Dus hup, op safa­ri in eigen (dieren)tuin.

Wat heb­ben jul­lie nodig?

  • Een insec­ten­pot­je. Hier­in ‘vang’ je een insect. Door het ven­ster­tje kun je het beest­je goed van dicht­bij bekij­ken en zijn gedrag bestu­de­ren. Je koopt deze pot­jes bij­voor­beeld bij de Hema.
  • Er zijn ook com­ple­te insec­ten-onder­zoek­setsen insec­ten­gid­sen te koop.
  • Een schrif­tje, om jul­lie bevin­din­gen te note­ren. Wat voor dier­tje is het? Waar heb je hem gevon­den? Hoe gedraagt hij zich? Enzovoorts.
  • Een pen natuurlijk.
  • Een scher­pe zoekblik.

Heb je alles? Ver­vol­gens gaan jul­lie speu­ren in eigen tuin of op het bal­kon. Goe­de plek­ken om insec­ten te vin­den zijn bij­voor­beeld onder pot­ten van plan­ten, tus­sen het gras, in de aar­de, tus­sen de bla­de­ren en op blaad­jes. Heb­ben jul­lie er een gevon­den? Stop het insect in het pot­je en obser­veer hem. Hoe ziet hij eruit? Hoe­veel poot­jes heeft hij? Is het wel echt een insect?
De offi­ci­ë­le omschrij­ving van een insect is: Een dier met een kop, een borst­stuk, een ach­ter­lijf en zes pootjes.
En wat weet je van dit dier­tje? Schrijf al jul­lie bevin­din­gen op in een schrif­tje, maak even­tu­eel een teke­ning van het insect en laat hem ver­vol­gens weer los in de natuur.

Wie is het?

Insec­ten zijn er in aller­lei vor­men en maten. En ze komen niet alleen in bos­rij­ke gebie­den voor, ook in een stad als Haar­lem kun je vol­op insec­ten vin­den. Zeker als je een groe­ne tuin, bal­kon of stad­park in de buurt hebt.
Beken­de insec­ten die jul­lie bij­voor­beeld kun­nen tegen­ko­men zijn:

  • Lie­ve­heers­beest­je

Het lie­ve­heers­beest­je: wie kent hem niet? Naast een mooi insect, doet het lie­ve­heers­beest­je ook erg nut­tig werk in je tuin of op het bal­kon. Want alhoe­wel het insect nie­mand kwaad doet, is hij wel de groot­ste vij­and van de blad­luis. En dat is han­dig, want als blad­luis een­maal op je plan­ten zit, dan is de kans groot dat ze afster­ven. Lie­ve­heers­beest­jes zor­gen ervoor dat blad­luis opge­ruimd wordt en je plan­ten blij­ven leven: een hele duur­za­me manier om van blad­luis af te komen dus!
Een lie­ve­heers­beest­je valt onder de soort ‘kevers’. En aan­ge­zien hij dol is op blad­luis, vind je hem dan ook vaak in de buurt van plan­ten en op blaadjes.

  • Pis­se­bed

Een dier­tje dat je waar­schijn­lijk ook in de tuin of op het bal­kon tegen­komt is de pis­se­bed. Offi­ci­eel is de pis­se­bed trou­wens geen insect. Hij is een afstam­me­ling van de Crus­ta­ceae; de schaal­die­ren. Eigen­lijk is hij dus fami­lie van de krab en de kreeft. Bijzonder!
Ook pis­se­bed­den maken zich erg nut­tig in de tuin. Ze recy­clen name­lijk plant­aar­dig mate­ri­aal. En dat is weer heel belang­rijk voor de kool­stof­kring­loop én de bodem waar bloe­men en plan­ten op groei­en. Mis­schien komen jul­lie wel een rol­pis­se­bed tegen, die zich oprolt tot een klein bol­le­tje (een dop­erwt) als er gevaar dreigt.

  • Spin­ne­tjes

Spin­nen zijn eigen­lijk altijd wel te vin­den in de tuin of op het bal­kon. Ze zijn er in vele soor­ten en maten: wel­ke spin­ne­tjes leven er bij jul­lie in- en rond­om het huis?
Spin­nen maken zich nut­tig door ande­re insec­ten te van­gen in hun spin­nen­web. Op die manier hou­den ze insec­ten­po­pu­la­ties op natuur­lij­ke wij­ze in stand en blijft er balans in de tuin. Maak een web dus niet kapot, zodat de spin zijn nut­ti­ge werk kan blij­ven doen. Zo’n web is trou­wens best sterk en je vindt er vaak ande­re insec­ten in. Her­ken­nen jul­lie wel­ke het zijn?

  • Vlin­ders

Vlin­ders zijn waar­schijn­lijk te snel om te van­gen in een insec­ten­pot­je, maar je kunt ze natuur­lijk wel bestu­de­ren als ze bij­voor­beeld op een bloem zit­ten. Waar vlie­gen ze, waar rus­ten ze uit? Hoe ziet de vlin­der eruit, wel­ke kleu­ren heeft hij? Weten jul­lie hoe hij heet?
Vlin­ders zijn ech­te insec­ten. Ze leven trou­wens maar een kor­te tijd, gemid­deld zo’n twee weken. Als je vlin­ders in de tuin hebt, moet je er dus snel bij­zijn! Ze zijn gek tui­nen en bal­kons met veel bloei­en­de bloe­men, want daar kun­nen ze naar har­ten­lust de bloe­men bestui­ven en nec­tar eten.

Dier­vrien­de­lij­ke tuin

Hoe dier­vrien­de­lij­ker een tuin of bal­kon is, hoe meer die­ren en insec­ten er te vin­den zijn. Plant dus gerust veel bij- en vlin­der­vrien­de­lij­ke plan­ten en bloe­men in je tuin of op het bal­kon. Als inwo­ner van Haar­lem draag je op deze manier bij aan het groen in de stad. Een win-win situatie.

Veel speur­ple­zier!