De Hek­sloot­pol­der is door de gemeen­te Haar­lem als hot­s­pot aan­ge­duid in het eco­lo­gi­sche beheer­plan en daar moet natuur­lijk goed voor gezorgd wor­den. Geluk­kig gebeurt dat ook: vrij­wil­li­ger Peter Davids is zelfs een dag min­der gaan wer­ken, omdat hij zich meer in wil­de zet­ten voor dit bij­zon­de­re natuur­ge­bied. Natuur in je Stad spreekt met Peter over zijn werk.

Nat­te voeten

Als vrij­wil­li­ger is het af en toe nodig dat je je voe­ten flink nat maakt, ver­telt Peter (58 jaar uit Scho­ten, Haar­lem Noord): “In de jaren ’80 vond er een reor­ga­ni­sa­tie plaats in de Hek­sloot­pol­der, waar­bij o.a. de moes­tuin­tjes ver­huis­den om op die manier meer plek voor de vogels te cre­ë­ren. De eiland­jes waar de vogels broe­den moe­ten ieder jaar schoon­ge­maakt wor­den, anders komen de klu­ten en vis­dief­jes niet meer terug. En dat bete­kent voor ons: waad­pak­ken aan. Met een groep van vier tot zes vrij­wil­li­gers lopen we naar de eiland­jes toe en ver­wij­de­ren we al het vuil, gras en de gan­zen­poep. De ene keer is het bloed­heet, de ande­re keer vries je bij­na van het eiland af. Dit jaar gaan we in novem­ber weer op pad. Daar­naast orga­ni­se­ren we natuur­werk­da­gen, repa­re­ren we kapot­te hek­ken, maai­en we het riet en maken we de Klu­ten­plas elk jaar hele­maal schoon. Ik ben zelf ook actief betrok­ken bij de jaar­tel­lin­gen van de vogels en ik beheer de web­si­te en soci­al media van de ver­e­ni­ging Hekslootpolder.”

Bij­zon­der natuurgebied

De ver­e­ni­ging Hek­sloot­pol­der bemoeit zich graag met het natuur­ge­bied, legt Peter uit: “Deze plek is niet voor niets opge­no­men in het eco­lo­gisch beheer­plan van de gemeen­te Haar­lem. Onder ande­re vis­dief­jes, klu­ten en kok­meeu­wen bou­wen hun nest­plek­ken op de eiland­jes. Heel bij­zon­der. Rust is daar­bij belang­rijk, net als vol­doen­de voed­sel en vei­lig­heid. De vos­sen vor­men een bedrei­ging voor de broe­den­de vogels. Om zijn jon­gen te kun­nen voe­den, ris­keert de vos soms zelfs nat­te voetjes en zwemt hij naar de eilan­den toe voor zijn prooi. Geluk­kig zijn er, in samen­wer­king met Spaar­ne­lan­den, vos­sen­ras­ters geplaatst om dit risi­co te verkleinen.”

Boe­ren

Peter ver­volgt: “Waar de wei­lan­den vroe­ger vol ston­den met boter- en paar­den­bloe­men, is er tegen­woor­dig veel­al eiwit­rijk, Engels raai­gras te vin­den. Het is net een golf­baan, heel een­to­nig. Gan­zen komen ook op het raai­gras af, maar de boe­ren wil­len dat niet en zet­ten er een laser­straal op om ze te ver­ja­gen. Kort­om; de wei­de­vo­gels wor­den weg­ge­jaagd. De boe­ren wil­len ten slot­te dat hun koei­en rus­tig kun­nen gra­zen en vol­op melk pro­du­ce­ren. Er zijn ver­schil­len­de sub­si­dies voor boe­ren beschik­baar, bij­voor­beeld voor het randen­be­heer van een wei­land. De boer zaait dan een stuk van zijn land in met wil­de bloe­men, spe­ci­aal voor vogels en insec­ten. Ech­ter, zijn ze daar weer niet zo hap­pig op. De zaden zaai­en zich­zelf vaak weer uit en komen op die manier toch weer in het wei­land terecht. Tja, er spe­len ver­schil­len­de belan­gen en daar bemoei­en we ons wel mee. Samen met de boe­ren, het recre­a­tie­schap, Spaar­ne­lan­den en Land­schap Noord-Hol­land pro­be­ren we het gebied zo goed moge­lijk te beheren.”

Lief­de voor natuur

Lief­de voor de natuur heeft Peter van­af jongs af aan, ver­telt hij: “Mijn ouders had­den een volks­tuin­tje bij de Schip­hol­weg, waar ik veel tijd heb door­ge­bracht. Rond­ban­je­ren in de wei­lan­den langs de Ring­vaart, sloot­je­sprin­gen, zwem­men, je kle­ren laten dro­gen in de zon en het geluid van de leeu­we­rik die boven je zingt: dit zomer­se gevoel is me altijd bij­ge­ble­ven. Sinds ik als bestuurs­lid bij de Hek­sloot­pol­der betrok­ken ben, ben ik me meer bezig gaan hou­den met vogels spot­ten. Ik sta graag naar ze te kij­ken door mijn tele­scoop en daar neem ik ook de tijd voor. Mijn vrouw is net zo’n natuur­lief­heb­ber als ik. Als wij een dag­je gaan fiet­sen schiet het niks op, we stap­pen wel 100x af om te kij­ken naar de plan­ten en vogel­tjes. Over een wan­de­ling van 2,5 km doen we gerust 4 uur.”

Gou­den tip

De gou­den tip van Peter: “Men­sen zijn zo druk, fiet­sen, rij­den en lopen hard langs de Hek­sloot­pol­der. Ze zien de eiland­jes, maar heb­ben geen inte­res­se of aan­dacht in wat er speelt. Ik zou zeg­gen, ga eens een half uur­tje in de natuur zit­ten en neem waar wat er dan gebeurt. Ga een beet­je luis­te­ren en kij­ken, lek­ker zen. Ten­min­ste, voor mij is het echt een zen-moment­je. In de win­ter sta ik wel­eens twee uur in de pol­der te blauw­bek­ken bij een riet­kraag­je, maar ik knap er altijd van op. Bui­ten zijn en de wind om je oren voe­len: heerlijk!”

Peter Davids

Meer infor­ma­tie over de Hek­sloot­pol­der: www.hekslootpolder.nl