Om de natuur meer de ruim­te te geven is beslo­ten om in het voor­jaar het gras min­der vaak te maai­en op een groot aan­tal stuk­ken in de gemeen­te Haar­lem. Het col­le­ge­be­sluit is terug te vin­den op de web­si­te van Gemeen­te Haar­lem. Door min­der te maai­en kun­nen ande­re plan­ten­soor­ten groei­en en bloei­en, waar weer vlin­ders, bij­en, ande­re insec­ten en uit­ein­de­lijk ook de vogels van pro­fi­te­ren. De gemeen­te Haar­lem werkt samen met Spaar­ne­lan­den aan de omvor­ming van het groen. Doel is het stre­ven naar meer diver­si­teit in het groen met een gro­te­re natuurwaarde.


Min­der maaien

In 2019 is Spaar­ne­lan­den al begon­nen met het min­der maai­en als proef. Afge­lo­pen jaar is onge­veer 30% van de gazons in Haar­lem 4 weken later dan nor­maal gemaaid. In 2020 zal dit onge­veer 50% van de gazons zijn. Daar­naast zul­len deze ande­re delen gelijk wor­den omge­vormd naar een ‘natuur­lijk beheer’. Dit bete­kent dat er maar 2 keer per maai­sei­zoen wordt gemaaid (eind juni en rond half sep­tem­ber). Deze peri­o­des zijn wel afhan­ke­lijk van het weer en de ont­wik­ke­ling van het gras.

Ont­wik­ke­ling tot bloem­rijk gras
Door het gras min­der vaak te maai­en en het maai­sel af te voe­ren, kan heel gelei­de­lijk de natuur zich gaan ont­wik­ke­len naar meer bloem­rijk lang­gras. Dit is wel een gelei­de­lijk pro­ces. In eer­ste instan­tie start de omvor­ming met het licht los­ha­len van de boven­laag van het gras­veld, dus alleen bij de gazons die gaan ver­an­de­ren. Een aan­tal van deze om te vor­men gazons zul­len na bewer­king pleks­ge­wijs wor­den inge­zaaid met een wei­de­bloe­men­meng­sel. Ver­vol­gens laat Spaar­ne­lan­den het gras groei­en en wordt het nog 2 keer per jaar gemaaid.

Meer vari­a­tie
Tij­dens dit ver­an­de­rings­pro­ces gaan er lang­zaam ande­re plan­ten­soor­ten groei­en. Door het min­der vaak maai­en van een groot aan­tal gazons zal er meer vari­a­tie ont­staan, dit is weer goed voor de ont­wik­ke­ling van de natuur. En omdat er nu al een groot deel van de gazon­nen — voor­na­me­lijk op indu­strie­ter­rei­nen — zo wordt beheerd, zul­len er weer ver­schil­len­de sta­dia ont­staan in de ont­wik­ke­ling van de gras­lo­ca­ties naar bloem­rijk gras.

Kaart
Op de kaart onder­aan de pagi­na is te zien wel­ke gebie­den voort­aan eco­lo­gisch gemaaid worden.

Vra­gen
Onder­aan deze pagi­na staat een lijst met veel­ge­stel­de vra­gen. Voor ove­ri­ge vra­gen kun­nen inwo­ners terecht bij de stad­s­eco­loog van Haar­lem, Sjoerd Ande­la, te berei­ken via sandela@haarlem.nl.

FAQ

Bij het her­zien van het maai­be­leid in de gemeen­te Haar­lem zal er staps­ge­wijs wor­den gewerkt. De eer­ste stap die is gemaakt, is het omvor­men van gazons (kor­te gras) naar lang gras voor een groot aan­tal stuk­ken. Deze stuk­ken zul­len de komen­de weken licht bewerkt wor­den om de boven­grond los te halen zodat de kans op het ont­kie­men van nieuw aan­ge­bracht bloem­zaad gro­ter wordt.

Er is een kaart beschik­baar boven de FAQ. Op deze kaart staan alle stuk­ken gras die ver­an­de­ren in het maai­be­heer. Ziet u het stuk­je gras bij u in de buurt er niet op staan, dan zal er niets veranderen.

Het kan zijn dat bij u in de omge­ving een stuk gras wordt omge­vormd. Dat bete­kent u de maai­ma­chi­ne nog maar 1 of 2 keer per jaar zult zien. Er zal ook op een ander manier gemaaid wor­den en het gemaai­de gras zal voor het groot­ste gedeel­te gelijk wor­den afge­voerd. Ook zal er rond­om de bomen niet meer wor­den gemaaid, er zal daar altijd wat gras blij­ven staan.

Er wordt op een ande­re manier en veel min­der gemaaid, de maai­ma­chi­ne die voor het lan­ge­re gras nodig is gro­ter omdat het gras ook wordt afge­voerd. Het wordt nu maar maxi­maal 2 keer per jaar gemaaid op deze stuk­ken. Zo kun­nen lang­zaam ande­re plan­ten­soor­ten groei­en, waar bij­voor­beeld bij­en en vlin­ders op afkomen.

In Haar­lem zijn ver­schil­len­de soor­ten gras. Deze soor­ten heb­ben alle­maal een ver­schil­lend doel; op de ene plek zal een kor­te gras­mat lig­gen voor recre­a­tie, het voet­bal­len en spe­len door kin­de­ren. Op een ander stuk zal het gras lan­ger wor­den gela­ten om hier meer ruim­te te maken voor de natuur. Hoe vaak en wan­neer het gras gemaaid wordt hangt dus af van het gebruiks­doel en het gewens­te beeld. Op plek­ken waar geko­zen is voor een meer natuur­lij­ke ont­wik­ke­ling wordt 1 of 2 keer per jaar gemaaid en wordt al het maai­sel afge­voerd. Hier­door krij­gen veld­bloe­men de kans om te groei­en en te bloei­en. Boven­dien wor­den ze niet ver­dron­gen door het gras en zorgt het voor een meer natuur­lijk beeld. Daar­naast wor­den­de stuk­ken die kort moe­ten gewoon maai­en met een hoge­re fre­quen­tie (onge­veer 20 keer per jaar).

U kunt uw hond gewoon uit­la­ten op de plaat­sen die daar­voor zijn aan­ge­we­zen. In Haar­lem zijn diver­se loca­ties waar bij het aan­ge­we­zen hon­den­uit­laat­ge­bied nu kort gras is, maar dat kan ver­an­de­ren. Op de kaart is dat aan­ge­ge­ven. Ook zijn er gebie­den waar al lang gras is en dit zal zo blijven.

Wel zul­len we stre­ven om langs de wegen een strook kort gras te hou­den. Dit geldt voor de stuk­ken die  de kaart staan om te wor­den omge­vormd naar lang gras. Dat bete­kent dat de hon­den op dit kor­te gras gewoon kun­nen wor­den uit­ge­la­ten, ter­wijl iets ver­der­op de natuur zijn gang kan gaan.

Teken komen in het hele land voor, in bos, park, dui­nen, maar ook in uw tuin. De teken zit­ten in de buurt van bomen of strui­ken, in hoog gras of tus­sen dode bla­de­ren. In hoog gras is de kans gro­ter dat er teken zit­ten. Con­tro­leer u zelf en uw huis­dier op aan­we­zig­heid van teken als u in het groen bent geweest.

In het lan­ge gras zit­ten ook meer gras­a­ren, dat komt omdat gras nu kan uit­groei­en en bloei­en en zaad vor­men. Voor de natuur heel mooi, maar voor hon­den las­tig. Deze aren krui­pen in de vacht en zijn las­tig te ver­wij­de­ren. Kijk na het wan­de­len even de hond na op deze aren en ver­wij­der ze, in het bij­zon­der de oren, neus en tus­sen de tenen. Pre­ven­tief kunt u het bes­te de hond gewoon op de uit­laat­plaats uit­la­ten waar kort gemaaid gras staat.

In eer­ste instan­tie wordt er voor 2020 met dit uit­voe­rings­plan gewerkt. Het zal door de stad­s­eco­loog wor­den geë­va­lu­eerd. Wat wel heel belang­rijk is dat we uit­ein­de­lijk stre­ven naar besten­dig beheer (meer­de­re jaren zelf­de beheer), dit is nodig om het bes­te resul­taat te beha­len en de natuur de tijd te geven zich te her­stel­len en aan te pas­sen aan de nieu­we omstan­dig­he­den. Uit waar­ne­min­gen en metin­gen is geble­ken dat dit uit­ein­de­lijk na zo’n 5 jaar het bes­te resul­taat geeft.