We kre­gen leu­ke lezers­post, over een gespot­te roof­vo­gel in een Haar­lem­se ach­ter­tuin. Roof­vo­gels? In Haar­lem? Jaze­ker, die komen dus voor. We ver­tel­len je om wel­ke vogels het gaat en waar je ze kunt vin­den. Of ver­mij­den natuurlijk.

Flo­ris, een Haar­lem­se lezer, mail­de ons. Vin­den we leuk! Hij ver­tel­de hoe een roof­vo­gel een duif te gra­zen nam in zijn ach­ter­tuin. En stuur­de foto’s mee van het wil­de moment. Ging het hier om een sper­wer? We vroe­gen het voge­laar Chris­top­he Reij­man.

Veel roof­vo­gels in Haarlem
‘Er zijn zeker veel roof­vo­gels in Haar­lem’, ver­telt Chris­top­he ons. ‘Niet alleen in het bui­ten­ge­bied, maar ook in de stad zelf. Dat komt omdat we oude bos­sen in en rond­om de stad heb­ben. Een sper­wer in je ach­ter­tuin zou dus zomaar kun­nen. Als ik een top 3 zou moe­ten maken van roof­vo­gels in de stad, dan zou de bui­zerd op num­mer 1 staan, de toren­valk op 2 en de sper­wer op 3.’

Lui­paar­den van de lucht
Sper­wers  zijn enorm wend­ba­re vlie­gers, die hals­bre­ken­de capri­o­len uit­ha­len. Ik noem ze ook wel de lui­paar­den van de lucht, omdat ze van­uit een hin­der­laag hun prooi bela­gen. Het vrouw­tje beschermt het nest en vangt de gro­te­re prooi­en, het man­ne­tje is wat klei­ner. Sper­wers broe­den vaak in het bos, bij­voor­beeld in de Haar­lem­mer­hout. Hun nes­ten bou­wen ze in bomen, die zijn groot en bestaan uit gesta­pel­de en gevloch­ten takken.’

Enor­me buizerds
Niet alleen sper­wers zijn impo­sant. Chris­top­he: ‘Als je geluk hebt kun je een bui­zerd spot­ten in de Hout, ‘s mor­gens vroeg. Het dier heeft een span­wijd­te van maar liefst 110 cen­ti­me­ter, dus je ziet ‘m niet snel over het hoofd. Je vindt bui­zerds ook in het Noor­der­bos, aan de kant van het Noord­zee­ka­naal. Een mooie plek vol zang­vo­gels, dus altijd eten in de buurt.’

Luis­ter, een torenvalk!
En num­mer 3? ‘De toren­valk  hoor je eer­der dan dat je hem ziet. In de balts­pe­ri­o­de maakt de vogel een hard kie-kie-kie-kie-geluid. Als je dat hoort, kijk dan omhoog. De vogel broedt op gebou­wen, zoals op het dak van het Spaar­ne Gast­huis in Haar­lem-Zuid. Er gaan geruch­ten dat er ook een toren­valk zit op de Koepel.’

Broe­den en jagen
‘Toren­val­ken leg­gen rond de zes eie­ren, bui­zerds twee tot vier eie­ren en sper­wers heb­ben meest­al drie of vier jon­gen. Die jon­kies moe­ten alle­maal eten. Veel roof­vo­gel­ei­e­ren komen uit in mei/juni en som­mi­gen in juli, een peri­o­de waar­in er veel vogels, ofte­wel voed­sel, beschik­baar zijn. Dat zijn moei­lijk vang­ba­re prooi­en, denk maar aan zwa­lu­wen. Sper­wers en val­ken zijn dan ook enorm wend­baar. Jon­ge boom­val­ken leren zelfs te jagen door te oefe­nen op libellen.’

Tot slot: wat jij kunt doen

Moet je bang zijn voor roof­vo­gels? Chris­top­he is er dui­de­lijk over: ‘Nee. Er zijn zel­den aan­val­len van roof­vo­gels, we kun­nen ze beter bescher­men tegen de mens.’ Hoe dat kan? ‘Ver­groen bij­voor­beeld je tuin, want roof­vo­gels eten klei­ne­re vogels, die insec­ten eten en die komen weer af op bloe­men en plan­ten. Elke scha­kel van de natuur is super­be­lang­rijk.’ Genoteerd!

Heb jij een vraag?
Heb jij net als onze lezer Flo­ris een vraag of een opmer­king? Mail ons of stuur een DM via Inst­agram, dan zoe­ken wij het voor je uit.


Foto: Chris­top­he Reijman