Hoe maakt Spaar­ne­lan­den de Haar­lem­mer­hout win­ter­klaar? En hoe gebeurt dat met res­pect voor zowel flo­ra, fau­na als de bezoe­kers? We vroe­gen het aan Mike Huis­man, voor­man wijk­team Zuid­west van Spaar­ne­lan­den. Een gesprek over ril­len, oli­fan­ten­paad­jes en buizerds.

Voor­man Mike


Intu­ï­tief wer­ken in De Hout
Eigen­lijk is ‘win­ter­klaar maken’ een beet­je ouder­wets, ver­telt Mike. “Het is een beet­je een jaren ’60-term. Maai­den we vroe­ger alles kort met de machi­ne, nu laten we meer staan. Sinds een aan­tal jaren wer­ken we veel intu­ï­tie­ver. Zo maai­en we de ran­den van de paden zodat men­sen daar geen last van heb­ben. Daar­ach­ter mag het best wat hoger. Dat is ook beter voor de die­ren, die zich daar­in kun­nen ver­schui­len. Van­af half decem­ber gaan we aan de slag met het win­ter­klaar maken van De Hout. We snoei­en, ril­len, halen blad weg, plan­ten nieuw groen en ver­fraai­en kale plekken.”

Snoei­en of laten groeien?
Ter­wijl Mike met de elek­tri­sche Spaar­ne­lan­den-auto De Hout door­kruist, ver­telt hij vol enthou­si­as­me. “Het opschot, de groe­ne sprie­ten die onder­aan tegen een boom­stam groei­en, haal­den we vroe­ger ook weg omdat het net­jes stond. Nu laten we het zit­ten voor de vogel­tjes. Die kun­nen zich erin ver­schui­len. Maar bui­ten De Hout ver­wij­de­ren we het opschot wel bij bomen langs een weg. Dat geeft beter zicht in het ver­keer.” Zo is er steeds de afwe­ging: snoei­en of laten groei­en? “Een bos moet span­nend zijn, niet kunst­ma­tig. Tege­lij­ker­tijd res­pec­te­ren we de archi­tec­tuur van De Hout. Zo zijn er zicht­lij­nen van­af de fon­tein van Hil­de­brand tot aan het pavil­joen. Als die in het gedrang komen, halen we bra­men weg. Ook bij het her­ten­kamp snoei­en we. Daar ver­wij­de­ren we beren­klau­wen en brand­ne­tels langs het hek, want daar han­gen kin­de­ren altijd tus­sen met hun gezichtjes.”

De func­tie van takkenrillen
Als je goed kijkt, zie je tus­sen de bomen en strui­ken opeen­sta­pe­lin­gen van tak­ken. Dat zijn tak­ken­ril­len. “We maken de ril­len van over­tol­li­ge tak­ken”, ver­telt Mike. “Er lig­gen er nu zo’n 40 tot 50 in het bos. Het zijn gewel­di­ge plek­ken voor egels om te schui­len. Ook voor vogels die bij­voor­beeld weg­vlie­gen voor hon­den. Er groei­en bra­men door­heen, het wordt steeds wat wil­der. Er zijn ron­de ril­len en lan­ge ril­len, daar­mee voor­ko­men we oli­fan­ten­paad­jes.” Oli­fan­ten­paad­jes? Mike lacht. “Dat zijn paden die steeds bre­der wor­den omdat men­sen bij­voor­beeld de bocht afsnij­den. Dan leg­gen we een ril op een stra­te­gi­sche plek, daar­mee voor­ko­men we dat de paden steeds ver­der uitlopen.”

Nut­tig? Dan laten liggen
Uit het gesprek blijkt het tel­kens weer: de aan­dacht van het wijk­team ligt niet zozeer op het net­jes hou­den van de Haar­lem­mer­hout, maar op het bewa­ken van de natuur­lij­ke samen­hang. “Eigen­lijk hoeft nie­mand hier te zien dat we bezig zijn geweest”, vat Mike het samen. “Het blad dat we van de paden weg­ha­len voor de fiet­sers, dat is zicht­baar. Maar bui­ten de paden laten we het lig­gen voor de die­ren. Alles wat van nut is voor de natuur, voor de die­ren, laten we lig­gen. Zo staat hier ook een boom­stronk van een hulst, een stomp die hele­maal uit­ge­hold is. Daar drin­ken vogels en hon­den water uit, dus die laten we lek­ker staan. Ook laten we soms boom­stam­men lig­gen, als een natuur­lij­ke ver­sper­ring. Vroe­ger moesten die stam­men wor­den opge­ruimd, plat op de grond of klein ver­zaagd. Nu komen we daar op terug.”

Her­plan­ten van groen
Wat Spaar­ne­lan­den in dit sei­zoen ook doet, is plan­ten terug­plan­ten in het oud­ste stads­bos van Neder­land. “Als we een dode boom of plant heb­ben weg­ge­haald, plan­ten we er een nieuw exem­plaar voor in de plaats. De oud­ste boom in De Hout is zo’n 250/300 jaar oud trou­wens. We zien dat het de afge­lo­pen jaren dro­ger is gewor­den, dat is moei­lijk over­le­ven voor nieu­we plan­ten. Vlak onder deze bos­grond ligt duin­zand, we strooi­en daar­om kor­rels broad leaf in het plant­gat, die voor­zien de nieu­we bomen van vocht. Bomen geven scha­duw aan ande­re bomen, heb­ben we een boom gesnoeid waar­door er min­der scha­duw is? Dan pak­ken we bij hit­te de boom ernaast in ter bescher­ming voor de zon.”

Ver­fraai­en van het stadsbos
In de win­ter zor­gen Mike en zijn team ook voor het ver­fraai­en van De Hout. “We plan­ten bij­voor­beeld strui­ken en plan­ten op kale plek­ken en bol­le­tjes langs een pad. Dat is een mooi gezicht voor wan­de­laars. En ver­der rui­men we ont­zet­tend veel op. Iede­re dag zijn er twee mede­wer­kers wel twee uur mee bezig. Door coro­na is ieder­een aan de wan­del, we vin­den enorm veel kof­fie to go bekers en mond­mas­kers. In de zomer is het vaak nog veel erger. Dan ligt het veld bezaaid met voor­al blik­jes en piz­za­do­zen. Soms zijn we dat uren per dag aan het oprui­men. Daar­om rege­len we extra kliko’s tus­sen april en september.”

We rij­den langs een zelf­ge­maak­te hut tus­sen de bomen. “Natuur­lijk vin­den kin­de­ren het hart­stik­ke leuk om hier hut­ten te bou­wen, maar het mag niet. Na ver­loop van tijd halen we die hut­ten dan ook weg. Je weet nooit wie zich erin ver­schuilt ten slot­te. Ook dat is onder­deel van ons werk.”

Van insec­ten tot buizerds
“Hier in de Haar­lem­mer­hout vind je vogels, egels, eek­hoorn­tjes, veel insec­ten en daar­naast veel soor­ten pad­den­stoe­len en insec­ten. Er zit­ten hier trou­wens ook bui­zerds sinds een paar jaar. We den­ken dat ze ook jon­gen heb­ben, maar dat weten we niet zeker. Is het hele­maal stil­ge­val­len in het bos? Dan zie je ze wel eens cir­ke­len, hoog in de lucht. En ‘s mor­gens, als ik de boel hier opstart zo rond 6 uur, hoor ik vaak ook een uil roe­pen naar zijn wijf­je. We ont­dek­ten hier ook een boom met een nest uils­kui­kens. Daar komen we dus niet aan. Onze doel is om zoveel moge­lijk schuil- en broed­plaat­sen voor die­ren te laten ont­staan.” Op de mid­get­golf­baan naast het bos wemelt het boven­dien van de egels. Spaar­ne­lan­den maakt de baan blad­vrij en legt deze bla­de­ren in een hoek op een gro­te hoop. Een ide­a­le plek voor een winterslaap.

Team­work
Mike wil maar zeg­gen: zijn team denkt aan de natuur­lij­ke balans, aan het gro­te plaat­je. “We bewa­ken hier de samen­hang, en dat is het moei­lijkst om te doen in een bos. Zo is iede­re dag hier een uit­da­ging, ook na bij­na 40 dienst­ja­ren. Ons team bestaat uit acht man en we wer­ken samen met de Haar­lem­mer­hout Com­mis­sie en met de opzich­ter van de gemeen­te. Er is onder­ling veel ver­trou­wen, het is belang­rijk om dit soort goe­de samen­wer­kin­gen te heb­ben. Het is de hele groep die het doet.”